De oorkonde van Folckerus, 855. (Excerpt) “Ik, Folckerus, mij bewust van de vergankelijkheid van dit aardse leven, schenk voor mijn zieleheil en dat van mijn ouders, de aardse bezittingen die mij volgens erfrecht toekomen, in pago Hamulande in comitatu Wigmanni, tevens in Batuve in comitatu Ansfridi, aan het klooster Werden, met alle gebouwen en aanliggende bossen, wateren, en bijbehorende weiden, gecultiveerde en ongecultiveerde gronden, evenals de horigen van beiderlei kunne, volgens de Ripuarische en de Salische wet evenals de Friese Ewa, in recht en eigendom van voornoemd klooster. Indien om enige reden genoemd klooster teniet zou gaan zullen alle goederen die overgedragen werden aan bovengenoemd klooster voor altijd overgaan naar het klooster van Bonifatius te Fulda. Dit zijn de namen van de plaatsen van voornoemde erfgoederen, In de pago die Felua genoemd wordt in de plaats Puthem etc…. In de pago die Flethetti genoemd wordt in villa Hrara etc…. Item in insula Batue hoeven etc…. Item een opsomming van de erfgoederen van Folckerus die hij bezit in Frisia. Item in de pago Kinhem in villa Obbinghem etc…. Item in de pago Westrachi in villa Sceddanvurthi etc…. In pago Humerki in villa Andleda etc…. Akte opgemaakt in de pago die Flethetti genoemd wordt, in de villa genaamd Hlara de zevende November. En in de pago genaamd Batue in de villa die Hlegilo genoemd wordt, de tiende November. Anno Domini 855. Hildricus subdiaken heeft deze akte opgesteld en ondertekend. Getekend Folkeri. Getekend Hilderic, Odo, Brodger, Engilrad, Odaccar, Thiatric, Vulfhelm, Athaward, Walthrabban, Thiadrad, Abbo, Egilbradt, Wiger, Sahsger”. Zie ook a001662 zie ook a001663 Zie ook a001664 Zie ook a001665 Zie ook a001667