De oorkonde van Folckerus, 855. Latijnse tekst: me et parentum meorum , perpetuo possidendas tradidi et secundum predictas leges vestituram feci; ea videlicet ratione , ut omnes res supradicte ab hac die fratribus , ibidem Deo servientibus , serviant et de his illud prefatum coenobium construatur et inluminetur , et memoria progenitorum meorum sive mea in eorum sacris orationibus perpetualiter habeatur. Si vero ob merita peccatorum qualicumqun casu neglectum fuerit vel destructam sepedictum coenobium, aut prefaty proprietatis mee res sine consensu fratrum alicui in beneficium prestity fuerint , aut eas prefati monasterii heredos inter se quasi iure hereditario dividere voluerint ,si hoc, inquam , me vivente evenerint , tunc annuente Domino potestatem habeam , cum omnibus rebus ad supradictem monasterium traditis ad aliud coenohium transmigrandi. Sin autem post obitum meum hec evenerint , tum propinqui et heredes mei easdem res et mancipia sine ullius contradictione recipiant , et illas prefaro tenore ad monasterium Fuldense sancti Bonifacii perpetualiter tradant. Peracta vero traditione , media pars totius hereditatis inferius nominate in potestate fratrum eiusdem monasterri deinceps iugiter habeatur. Aliam vero partem , hoc est medietatem totius hereditatis, ilIum qui hanc posteriorem traditionem fecerit , ad tempus vite sue sibi retinere desidero , et post illius obitum Nederlandse tekst: “Ik, Folckerus, mij bewust van de vergankelijkheid van dit aardse leven, schenk voor mijn zieleheil en dat van mijn ouders, de aardse bezittingen die mij volgens erfrecht toekomen, in pago Hamulande in comitatu Wigmanni, tevens in Batuve in comitatu Ansfridi, aan het klooster Werden, met alle gebouwen en aanliggende bossen, wateren, en bijbehorende weiden, gecultiveerde en ongecultiveerde gronden, evenals de horigen van beiderlei kunne, volgens de Ripuarische en de Salische wet evenals de Friese Ewa, in recht en eigendom van voornoemd klooster. Indien om enige reden genoemd klooster teniet zou gaan zullen alle goederen die overgedragen werden aan bovengenoemd klooster voor altijd overgaan naar het klooster van Bonifatius te Fulda. Dit zijn de namen van de plaatsen van voornoemde erfgoederen, In de pago die Felua genoemd wordt in de plaats Puthem etc…. In de pago die Flethetti genoend wordt in villa Hrara etc…. Item in insula Batue hoeven etc…. Item een opsomming van de erfgoederen van Folckerus die hij bezit in Frisia. Item in de pago Kinhem in villa Obbinghem etc…. Item in de pago Westrachi in villa Sceddanvurthi etc…. In pago Humerki in villa Andleda etc…. Akte opgemaakt in de pago die Flethetti genoemd wordt, in de villa genaamd Hlara de zevende November. En in de pago genaamd Batue in de villa die Hlegilo genoemd wordt, de tiende November. Anno Domini 855. Hildricus subdiaken heeft deze akte opgesteld en ondertekend. Getekend Folkeri. Getekend Hilderic, Odo, Brodger, Engilrad, Odaccar, Thiatric, Vulfhelm, Athaward, Walthrabban, Thiadrad, Abbo, Egilbradt, Wiger, Sahsger”. zie ook a001662 Zie ook a001663 Zie ook a001665 Zie ook a001666 Zie ook a001667